zondag 3 december 2017

3000m hoog doch tropisch

Thomas en ik stapten optimistisch in short en flipflops de vlieger op vanuit de tropische Caraïben. Helaas had onze connectie in Bogotá vertraging, waardoor we zo'n 5 uur op een koude luchthaven moesten doorbrengen zonder bagage. Uiteindelijk kwamen we 's avonds aan in Pereira, een stad 2uur rijden van Manizales, wat we eigenlijk hadden geboekt. Gelukkig lag Pereira dichter bij onze eindbestemming en kwamen we er aan in de vriendelijkste hostel van heel de reis én was er een gratis optreden aan de gang van het symfonisch orkest "El Pacifico" op het stadsplein. En wat brengt een symfonisch orkest in Colombia? Juist, salsa! Een waanzinnig enthousiast publiek maakte het plaatje helemaal af.
Naast een passioneel portret van een naakte Bolivar (dé Zuid-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijder) is er in Pereira weinig te zien, maar het zonnetje scheen lekker en de bekertjes fruit die je er op straat koopt opperbest.
We namen de bus naar Salento, de plaats in Colombia waar ik absoluut heen wou. Wonderbaarlijk genoeg stelde deze niet teleur ondanks mijn hoge verwachtingen. We genoten 's avonds in de hostel van een goede Mexicaanse maaltijd in het gezelschap van 4 belgen en een vrolijke nederlandse, om 's ochtends wakker te worden met gietende regen. Thomas en ik besloten naar "Don Eduardo's coffee plantation" te gaan voor uitleg en cupping. We kregen een paar botten, maar het grootste deel van de toer was gelukkig overdekt. Don Eduardo (eigenlijk een Brit die Tim heet) is terecht nummer één op trip advisor. Zijn koffie is goed, zijn plantage mooi en zijn mopjes brits. Hij raadde ons een mountainbike tour aan voor de volgende dag. Dit werd een van de leukste activiteiten van de reis!

Onze gids en chauffeur reden ons naar 3000m hoogte en werden helemaal zot toen ze eerst sneeuwtoppen zagen ("Wauw, it is super rare to see snow from here" en "The people hiking up there are having a hard time!") en wat later exotische vogels ("This is only the second time I see a Masked Trogon and I come here every day!")
Uiteindelijk kregen we twee volle dag regen, maar op een maand tijdens het regenseizoen is dat helemaal niet slecht. Het goede: vanwege het laagseizoen hadden we de meeste tours praktisch voor onszelf. Waar je normaal met 10 jeeps naar Punta Gallinas reist, hadden wij er maar 2. Een idyllisch strand nabij Cartagena was bezet met een half bootje ipv 3 volle en Thomas en ik waren de enige deelnemers voor de mountainbikes die dag. We hadden dus alle tijd en deden onze goesting. Op de top van de berg stapten we op onze fietsen en waren we helemaal alleen in een prachtig berglandschap met 60m hoge palmbomen. Na een "romantische" picknick werden we terug naar boven gereden om onze afdaling aan de andere kant van de berg te ondernemen, terug naar het dorp. Thomas koos met de gids voor de moeilijke single trail en ik nam de weg met de volgwagen.



's Avonds speelden we het typisch Colombiaanse spel "tejo" waarbij je met stenen op buskruit moet gooien. Als al het buskruit is ontploft is het spel afgelopen. Speciaal.
We besloten ons bezoek met dé wandeling van Salento door de prachtige Valle de Cocora en een tochtje te paard. "Espectacular!"


Onze tijd in Colombia zat er bijna op, maar nu wisten we niet meer goed waarheen. Er is nog veel te zien, maar de afstanden zijn erg groot. We besloten dus in de buurt naar wat thermen te gaan. In de week was het er erg rustig en voor 6euro bevonden we ons onder een prachtige waterval met 4 heerlijke, natuurlijke warmwaterbaden. Een heerlijk dagje chillen na een chaotische halloweenavond.


Tot slot namen we de nachtbus naar Villa De Leyva. Een koloniaal dorpje in de hoogvlakten rond Bogotá met kleine witte huisjes en een prehistorische fosiel van een drie meter lang waterbeest. Het zonnetje scheen er, het eten was er lekker en de omgeving weer helemaal anders van natuur. Een mooie afsluiter van een mooie reis.


donderdag 26 oktober 2017

Caraïbische hitte

Cartagena is zowat de enige plaats in Colombia waar het toerisme altijd is blijven komen. Het historische centrum van deze stad is dan ook een ware koloniale parel, enkel zo overspoeld door toeristen dat het een klein museum lijkt.
De hitte valt hier als een natte deken om je heen. Onze tweede dag in Cartagena besloten we dus aan een Caraïbisch strand door te brengen op een half uur varen van de stad. Net op tijd waren we terug voor een cocktail op de oude stadsmuren bij zonsondergang.
Lekker uitgerust vertrokken we in het ochtendgloren naar Santa Marta. Van hieruit hadden we een tripje geboekt met een fruitboer naar zijn boerderij in de "sierra nevada de Santa Marta". We werden opgepikt door een taxi, dan achterop een brommer gezet en toen moesten we een kleine 2 uur wandelen doorheen oerwoud met natte voeten van het doorwaden van stroompjes.
Op de boerderij in de jungle wachtte ons heel veel eten, twee hangmatten en meerdere watervallen om in te baden. Jesus, boer en onze gids, was een geëngageerd en gepassioneerd man. Hij vertelde ons over de invloed van de gewezen cocaineplantages rond zijn gemeenschap en over het belang van natuur voor de mensheid. Hij had ook andere weetjes, zoals dat spanjaarden lui zijn, argentijnen onbeschoft (en die praten raar), belgen het knapste zijn en ook dat hij 5 kinderen heeft bij 5 verschillende vrouwen. Ook onze kokkin die mee was had 5 kinderen. Zij was een Venezolaanse die naar Colombia is gekomen om werk te zoeken zodat ze haar kinderen kan voeden. Ik hoop dat ze snel vast werk vind en dat de situatie in Venezuela zal verbeteren.



Nadat we 's nachts uit onze hangmat werden getilt beklommen we met Jesus een belachelijk stijl pad voor 1,5uur met 1 zaklamp om de zonsopgang over de bergketen te aanschouwen. Prachtig!


De volgende dag werden we vanuit Santa Marta wederom extreem vroeg uit ons bed gelicht om naar het meest noordelijke punt van Zuid-Amerika te trekken. We hobbelden urenlang in een jeep door de woestijn. Niet zomaar een woestijn, maar eentje vlak naast de zee! Het was een ongelooflijke trip die we helaas moesten delen met 2 super asociale spanjaarden die alles stom vonden buiten naakt zonnebaden en dito foto's nemen van elkaar. Wij genoten gelukkig wel van de frisse lucht, woestijnlandschappen, zee, duinen, pelikanen, flamingos en hangmatten als bed.



Gisteren hebben we onszelf nog een maal verwend met een dagje strand op playa cristal en een europese maaltijd om vandaag terug het binnenland in te trekken naar de koffieregio.

donderdag 19 oktober 2017

Chocó en Medellin

Na een slecht geplande maandag in Bogotá (musea dicht #failure), eindigden we toch met een goede noot. Thomas en ik bevonden ons in een coole bar (Rebellion) voor gratis salsa les. Nu is het kwestie van die danspassen in praktijk om te zetten.
Om 5u ’s ochtends  stond de wekker om naar de luchthaven te vertrekken. Na een aantal uur vertraging hadden ze gelukkig onze connectie laten wachten zodat we dezelfde dag toch nog in Bahia Solano aankwamen. Bahia Solano is een dorp met de stille oceaan aan de ene kant en regenwoud aan de andere. Wij verbleven in El Valle waar je met de tuktuk naartoe wordt gebracht over een van de slechtste wegen ooit. 13km duurt een uurtje.
Tussen augustus en oktober komen hier voor de baai humpback whales hun jongen baren. Wij namen een toer bij een stel biologen (Wildlife Pacific), zodat we vanalles te weten kwamen over hoe lang deze walvissen zonder eten kunnen, hoe ze slapen en hoe zwaar hun testikels zijn. Een ander deel van de toer bracht ons door een prachtige mangrove met heel kleurrijke krabben en jesus lizzards (die hagedissen die over water kunnen lopen).
De dag hiervoor waren we wederom vroeg uit de veren om te gaan vogelen. Vooral een familie toucans, de Chocó toucans meer specifiek, konden ons bekoren. Verder zagen we nog 20 andere soorten waaronder tikkende spechten, kleine kleurrijke vogeltjes en heel veel gieren.
Ons dieet in de natte regio (wij hadden chance met het weer!) bestond uit rijst, vis en bakbanaan, 2keer per dag. Het enige verschil tussen lunch en diner is dat je bij de lunch ook soep krijgt. Snacks waren steevast brood met ingebakken kaas (en ik maar hopen op een simpele banaan).



Na 2 dagen in de vochtige hitte van Chocó, reisden we af naar de “stad van de eeuwige lente” Medellin met het kleinste chartervliegtuig ooit (19plaatsen). Na de landing zag ik dat piloot en copiloot mekaar een “vuisje” gaven. Schattig.

Medellin is de stad waar veel backpackers blijven hangen voor het perfecte klimaat én het vele feesten. Wij hebben buiten een aantal barretjes en een leuke salsaclub vooral voor Medellin by day gekozen.

 Verschillende wijken bezocht (met een voorkeur voor Laureles), de kabelbaan naar nationaal park Arvi genomen, gechilld in de botanische tuin en buiten de stad “la piedra”, oftewel “de steen” beklommen. Een rots met 700 trappen voor een ongelooflijk uitzicht over groene heuvels en blauwe meren. Hier vlakbij is het kleurrijke dorpje Guatapé, wat ieder weekend overspoeld wordt door dagjesmensen uit de stad, waardoor het met zijn vele attracties (ziplinen, boottochtjes, jetskis, optredens, noem zo maar op) aan een dorp in disneyland doet denken. Ook hier vind je enkel vis of vlees met rijst, friet en bakbanaan.


Tijdens dit schrijven zit ik op de nachtbus naar Cartagena. Een mooie, koloniale stad aan de Caraïbische kust.

maandag 9 oktober 2017

Colombia 2: Bogotá

Het is ongeveer 8jaar geleden dat ik in Bogotá aankwam. Toen was ik alleen en erg onzeker over wat ik zou tegenkomen. Ik heb het land toen helemaal omarmd, ook Bogotá, de hoofdstad die velen niet kan bekoren. Ik ben hier nu terug, met Thomas, en zie nog steeds de charmes van de stad, maar ook weer de chaos en de verdeeldheid.

Vrijdagavond laat kwamen we aan in La Candelaria, de historische buurt van Bogotá, waar onze hostel ligt. Er zijn hier kleine straatjes met koloniale huisjes in vele kleuren, veel muurschilderingen en veel universiteiten. Hierdoor werden we op vrijdagavond overrompeld door studenten in de straten, op de pleinen en in de bars. Allemaal stoere jongens en meisjes met lere jassen en zware schoenen.

De volgende ochtend namen we deel aan een "free walking tour". De gids gaf ons wat historische achtergrond over de vele problemen die het land doorgaat/ging en de bevolking die graag strijd tegen ongerechtigheid. 's Middags vonden we onszelf in een rijkere buurt, de zona T, waar een rijk (en duur) uitgaansleven is. Het publiek hier is meer after work. Na een wandeling en wat koffie/aperitief bevonden we ons in een "traditioneel Colombiaans restaurant" (volgens de locals). Wat ooit begon als iets met 7 tafels, is nu een restaurant van 5 verdiepingen met meerdere podia, entertainment aan tafel, dansvloeren, cocktails en vlees waar wel 3000 man binnen kan! We aten er lekkere steak, vergaapten ons aan alles wat er gebeurde en eindigden zelfs op de dansvloer met wat eerste salsapogingen, tot onze jetlag ons het niet meer toeliet (lees: heel vroeg!) Voor wie geïnteresseerd is: "Andres carne de res" biedde al dit entertainment.

Vandaag, zondag, wilden we gaan wandelen in de natuur maar "het pad was afgesloten door de politie want er was een boom omgevallen". We wandelden dan maar de stad weer in, wat een erg chique buurt bleek te zijn met goede restaurants en zelfs een mini hippe farmers market. We dronken uitstekende espresso en wandelden verder richting overdekte markt. Tot we ons opeens in zo'n groezelige buurt bevonden met afval en daklozen dat we snel in een taxi zijn gesprongen. De markt stelde ook niet veel voor en we verbaasden ons erover dat de reisgidsen niets zeiden over de trieste (onveilige) omgeving van de markt. Hup, wij terug een taxi in om ons daar weg te brengen om wederom ergens gezellig uit te stappen, in Macarena, vanwaar we terug konden wandelen naar Candelaria tussen grote massa's wandelaars en fietsers die de grote straten mogen overnemen op autovrije zondag; élke zondag! Helaas vonden we na een bezoek aan het fantastische museo Botero, dat er op zondagavond geen kat meer te zien is en alle restaurants die open zijn, leeg. Dus nu ligt Thomas al te knorren terwijl ik dit schrijf op de kamer. Morgen nog een laatste dag Bogotá en dan gaan we naar de natste plaats ter wereld!

dinsdag 4 juni 2013

Einde

Beste lezers. Ik wist niet dat ik mijn berichtgevingen had stopgezet nog voor het waterfestival in Myanmar van start ging. Ondertussen is het al meer dan een maand geleden dat ik mijn reis beëindigde. Mijn laatste dagen in Myanmar waren prima. Toen ik van de bus stapte in Yangon vroeg ik een "shared taxi" van het busstation tot het stadscentrum. Een 10tal minuten later had de taxichauffeur een Frans meisje gevonden om de rit mee te delen. We hadden elk een boeking voor een ander hotel, maar konden beiden nog niet in onze kamer. Ik besloot dus dat we best naar de Schwedagon Pagoda gingen voor zonsopgang. Het was nog maar een uur of 5 in de ochtend, dus wachtten we eerst wat op het terras van het hotel waar we een koffie kregen en enkele vroege toeristen ons zelfs een deel van hun ontbijt gaven. De Shwedagon Pagoda is een prachtig tempelcomplex van bladgoud waarvan de stuppa in het midden de prachtige kleuren van de ochtendzon weerkaatst terwijl er rond pelgrims op hun blote voeten bidden en offers brengen. Buiten onze ogen werden ook onze oren getrakteerd op het mooie gezang van de jonge novices (vrouwelijke monniken). Toen we werden opgemerkt zonder sticker werden we vriendelijk gevraagd de toeristeninkom te betalen. Zoals steeds (in Myanmar worden alle stappen die je zet nauwgezet gevolgd) moesten we onze gegevens opgeven. Blijkbaar was ik al uren aan het praten met een naamgenoot zonder het te beseffen. Deze Franse meid in de laatste week van mijn reis is ineens ook de enige andere Chloé die ik al ontmoette op reis.
Terug in de buurt van onze hotels deelden we nog een heerlijk ontbijt van chapati's met kikkererwten en uiteraard twee bakjes hyper zoete en sterke melkthee. En daarna zag ik haar nooit meer terug. Zo gaat dat dan. We hadden half afgesproken 's middags (na een dutje) een trein te nemen rond de stad, maar ik heb haar niet gezien aan het station. Ik was weer eens op mezelf aangewezen. Ik bezocht wat markten en wandelde veel rond de volgende dagen. En bemerkte een serieus gemis aan ruimtes met airco in de stad. Ik begrijp nu echt waarom ze in steden als Bangkok, KL en Singapore zo zot zijn van shoppingcenters...
De dag voor het Thingyan (oftewel waterfestival) begon vond ik gelukkig een partner in crime om het feesten mee te beleven. Mijn nieuwe Finse vriend en ik kochten onszelf belachelijk goedkope whiskey en rum (als ik me goed herinner zo'n 80cent voor een flesje van 365ml.) en 2 waterpistolen. Maar 's ochtends bij het ontbijt was het nog erg rustig op straat. Aan de overkant van de straat was er wel een jongetje die vanop het balkon emmers water naar beneden gooide op de zeldzame passanten, maar gelukkig kon hij niet zo ver gooien tot onze ontbijttafel. Oké. Het is waar dat als je door de straten wandelde je van élke Burmees een geut ijskoud water in je nek kreeg, maar het was bijster stil op straat. Er stond in het midden van de stad wel een groot podium waar ze met waterkanonnen spoten. Je was dus heerlijk kletsnat en koel de hele dag door.De optredens waren overdag vooral gericht op families. Het viel me op dat er erg veel natte mensen op pickups zaten. Dit leek me dus een toppertje tijdens het festival. Ik liep naar de eerste beste pick-up met een plezierige familie erop en nodigde mezelf, Eero (de Fin) en Felix (een duitser die ik al in Bagan was tegengekomen) uit voor een rondrit. Doorheen heel de stad waren er mensen die langs de kant stonden, bewapend met emmers en tuinslangen. Onze pistooltjes waren er niets tegen! We besloten onze gastvrije Burmezen te verlaten bij een aantal grote podia langs een meer. Ze zogen gewoon het water uit het meer om weer eens water te kunnen spuien door hogedrukspuiten vanaf de podia op de dansende menigte. Na een uur dansen en niet te kunnen kijken van al het water in onze ogen besloten we een taxi terug te nemen naar de stad. Alle taxistoelen waren compleet bekleed met plastiek voor alle natte konten. Terug in de stad vonden we zowat alle backpackers van het moment in yangon op straat bij een cafeetje. We sloten ons aan en eindigden zo de nacht tussen de toeristen.
De volgende dag neman ik en Eero het vliegtuig naar Bangkok. We hadden ieder een andere hostel geboekt (wegens de drukte van het festival) en namen afscheid op de Thaise luchthaven. In mijn geliefde hostel, HI Sukumvit, was er een enorme drukte van een groep Britse vrijwilligers. Zij maakten te veel lawaai naar mijn zin, maar hierdoor bleven er niet zo veel andere mensen over om plezier mee te maken. Ik ging een avondje poolen met een Amerikaan, een Chinese en een Duitser en ging een dag shoppen met een Duits meisje die ook aan de laatste dag van haar reis was aangekomen. Ondertussen was het ook Thailand waterfestival. Alleen heet het daar Songkarn. Ik waagde me daarvoor nog eens aan Kao San Rd waar het waterfestijn het zotste moet zijn. Het was totaal anders dan in Myanmar! De waterpistolen waren 3 keer zo groot en ook smeerden ze natte bloem op je gezicht. Hier werd écht gefeest. Ik was helaas alleen en liep dus wat verloren. Ik was enkel bewapend met een waterfles (ik had mijn pistool aan een jongetje gegeven in Myanmar) en twijfelde even of ik vrienden moest maken of het maar voor gezien beschouwen. Ik koos het laatste. Op weg richting het koninklijke paleis stond iedereen plots stokstijf stil op straat. Een agent gebaarde me te stoppen. Ik wachtte een drietal minuten zonder te weten wat er gaande was. Niemand verroerde een vin. Uiteindelijk kwam er een parade van limousines langs waarin misschien iemand van de koninklijke familie zat. Toen alle auto's gepasseerd waren mochten we doorlopen. Hetzelfde overkwam me een keer toen ik uit de skytrain kwam en ze het volkslied speelden door de speakers. Elke keer voor de film begint in de cinema wordt eveneens het volkslied gespeeld en moet iedereen rechtstaan en zwijgen.
Mijn laatste 3 dagen voor mijn vlucht naar huis waren niet bijzonder. Ik begon stilaan bang te worden om naar huis te gaan wat me verlamde. Wat ga ik thuis doen?
Ondertussen ben ik al meer dan een maand thuis en weet ik het nog steeds niet. Wat moet ik hier doen?

vrijdag 12 april 2013

Myanmar (Burma)

Yangon. 13h45. Het is middag en ik ontsnap aan de hitte in een internetcafe. Het is hier dagelijks 38graden in de schaduw dus adviseert zelfs de overheid de mensen om niets te doen tussen 12 en 4 pm.
Ondertussen ben ik aan het einde van mijn reis beland en kijk ik uit naar mijn thuiskomst. Tegelijkertijd heb ik erg van Burma genoten en besef dat ik nog een hele waslijst te vertellen heb en dat ik thuis aangekomen veel zal missen van mijn trip.

Mijn laatste schrijven was vanuit Hspaw. Na een trektocht van twee dagen en vele aardbeienshakes (verse, wilde aardbeien, mmmmh) nam ik een nachtbus naar Inle lake. De zogenaamde aircobus was snikheet en de vrouw die naast me zat heeft de volle 10uur overgegeven. Gelukkig in een zakje. Samen met een duitser zocht ik 's ochtends overnachting in het nabijgelegen dorp Nuang Shwe en was erg blij te ontdekken dat een single room goedkoper was dan een kamer voor twee. Ik had zin in mijn eigen ruimte en ritme. Doch liet ik me overtuigen om meteen (om 7u in de ochtend) een fiets met hem te huren en rond te cruisen. Ik maakte hem duidelijk dat ik dringend eten nodig had of het zou geen fijne rit worden. Na een ontbijt van noedels langs de weg en een 3 in 1 koffiemix (Je vindt niet anders. Ingredienten: Suiker, melk, koffie, in die volgorde.) was mijn humeur wel beter maar de vermoeidheid nog steeds groot. We dwaalden wat rond en betaalden een boer om ons met onze fietsen op zijn gemotoriseerde kajak naar de overkant van het meer te brengen. Daar was er namelijk een pagodafestival aan de gang. Het bleek zoals gewoonlijk een tempel met eten, drinken en andere kraampjes errond, maar maakten gebruik van de gelegenheid om net als de locals wat te slapen onder de koele beschutting van de tempel. We zaten tussen de monikken en bergvolkeren met handdoeken op hun hoofd die allen lustig aan het eten en drinken waren.
Na deze stop was het echter nog steeds snikheet en onze fietsjes zonder versnellingen vergden veel inspanning. Ik was er dus meteen bij toen ik een lege pickuptruck zag passeren en we kregen vriendelijk een lift terug. De volgende dag stonden we op met de zon om een boottocht te maken op het hoogaangeprezen meer. We zagen de vissers op hun kajak, drijvende tuinen, een markt, wat tempels, een sigarenrolplek en een weverij. De hele trip was een typische toeristentoer maar het was oke. Nergens werden we gepusht dingen te kopen en het meer was prachtig in de ochtendzon. 8u later stonden we weer op het vaste land en bereidde me voor op een treinrit die me de volgende dag naar Kalaw zou brengen. 3uur treinen was perfect op de houten bankjes op de hobbelige rails. Na het genieten van de landschappen kwam ik aan in een bergdorpje waar ik weer eens met mijn gat in de boter viel. De plek waar ik wou overnachten had geen goedkope kamer vrij en stuurden me na lang overleg naar een huis om de hoek waar ik een kamer kreeg in een huis met drie bejaarde dames. Zalig. Niet alleen mocht ik het hele huis gebruiken, ook zag ik elke ochtend kleine monnikjes wachten in de gang tijdens hun dagelijkse ronde voor eten en aalmoezen en kreeg ik af en toe iets lekkers toegestopt door de dames in hun lange rokken. Ik wandelde wat rond, deed mijn was en genoot van de frisse lucht.
Van Kalaw bracht een nieuwe nachtrit me tot in Bagan. In Bagan bestaat het landschap uit woestijn en tempels. Zo'n duizend tempels en stupas zijn verspreid over het kurkdroge landschap en toen je met stomheid verbazen. De uitzichten vanop deze tempels over de uitgestrekte zandvlakten met 11de eeuwse bouwsels was zeker een hoogtepunt van mijn trip. Maar ook hier werd ik gevelt door de hitte. Na twee dagen op mijn fietsje door de zandpaden trappen en tempels opkruipen was ik doodop van de zon. Mijn prachtige bamboepet was niet genoeg protectie. de derde dag gaf ik forfait en mijn les was geleerd voor de komende bestemmingen: Neem Geregeld Pauzes! Deze laatste week heb ik dus belachelijk veel stops gemaakt in theehuizen en me verwent met zoete, sterke melkthee die hier op elke straathoek te verkrijgen is. Al dan niet met lekkers erbij. De hitte maakt het een noodzaak, maar tegelijk een goed excuus om het rustig aan te doen. Een theetje is trouwens 30cent (en slappe chinese thee is altijd gratis) en iets lekker ( al dan niet gefrituurd) erbij kost 10cent. Tleven is hier echt zwaar. Het lijkt hier een perfecte mix van Indische, Chinese en Thaise cultuur. Hoewel er natuurlijk politiek veel problemen zijn met de verschilende stammen en verschillende religies. Tijdens mijn verblijf in Burma heb ik gehoord van 2 dodelijke aanslagen van boeddhisten tegen moslims. Ook zijn er verscheidene staten waar je als toerist niet inkomt wegens meningsverschillen tussen de volkeren en de overheid. Ik weet niet exact wat er gaande is, hierin ga ik mij thuis verder verdiepen. Als toerist merk je welliswaar niets van de spanningen en word je haast constant verwend door de vriendelijke mensen en hun hulpzaamheid. En lekker eten.
Na Bagan ben ik dus wat stilgevallen. Ik bezocht in het zuiden de grootste 'reclining buddha' ter wereld. Hij is helaas nog niet af maar zeker een bezoek waard. Je kan namelijk "in de Buddha" waar ze bezig zijn zijn hele leven uit te beelden in sculpturen. Het werk gaat wel zodanig traag dat de meesten bedekt zijn onder een meter stof. Ik was er de enige blanke, alle andere toeristen waren van Myanmar dus mocht ik weer lekker veel op de foto met locals. Verder ging ik nog op een toer naar wat grotten en tempels enzo. Ik kan er niet veel interessants over kwijt maar het waren fijne dagen. We kregen in de tuktuk ook al een voorsmaakje van het waterfestival (Tinja) en kregen emmers water over ons heen gekieperd door kinderen aan de kant van de weg.
Verder reis ik nu met een bijzonder lege rugzak nadat ik de helft van mijn kleren weg moest gooien na een ongeluk op de bus met kookolie. Wie er in buddhas naam reist met liters gebruikte kookolie en denkt dat het een goed idee is om die tussen de andere bagage in de laadruimte van de bus te steken is me een waar raadsel. Gelukkig zat mijn propere was en de meeste van mijn andere spullen in plastiek dus kon ik deze bewaren. Mijn rugzak is uitgewassen maar moet thuis naar de droogkuis. Dagelijks ruik ik nog wel eens de vuile geur van frituurolie rondom me. Jakkes.
Enfin. Nu ben ik in Yangon, basicly de hoofdstad en duidelijk de meest moderne plek in het land. maar dat is zeer relatief. Ik bedoel: ik vond een supermarkt en in de cinema spelen ze GI Joe in 3D. En alle straten zijn geasfalteerd.
Momenteel wordt heel de stad voorbereid voor het waterfestival. Er zijn podia in heel de stad en watersproeiconstructies. Volgens de jongen van de hostel gaan we zelfs de straat niet op kunnen zonder een emmer over ons heen te krijgen, al dan niet met ijs. Het schijnt ook dat dit HET moment van het jaar is dat Myanmar crazy gaat. De anders zo beleefde mensen starten de dag met alcohol en leven zich deze ene week per jaar uit. Ik ben benieuwd!

maandag 25 maart 2013

Bangkok 4 & Myanmar

Ik mocht na zo'n 5 dagen railey in Bangkok overnachten bij mijn nieuwe vrienden. Hochi was er niet voor het weekend en dus kreeg ik zelfs een heuse kamer met badkamer voor mij alleen! Deze studio was een enorme luxe voor mij! En natuurlijk beleefde ik veel plezier, vooral met Stu en Raquel die me overal mee naartoe namen. Gaan eten, de gigantische weekendmarkt van Bangkok en natuurlijk uit drinken en naar een club waar ik op mijn flipflops binnen raakte! Mijn 4de verblijf in Bangkok was dus weer een succes, hoewel ik de laatste dag met kater me wel wat zorgen begon te maken over Myanmar. Ik zat vooral in met hoeveel het me zou kosten mocht ik geen reisgezel vinden en hoe "afgesloten van de rest van de wereld" het nog zou zijn. Had ik mij beter moeten informeren/voorbereiden?
Nuja, spijt komt altijd te laat dus stapte ik maar onwetend het vliegtuig op. Ik had die dag een enorme last van mijn emoties met gemengde gevoelens, hoewel ik niet eens mijn regels had. Ik twijfelde heel de tijd op de luchthaven of ik de enige andere westerse eenzaat moest aanspreken, maar deed het toch maar niet want hij zag er nogal dwaas uit en stapte dan maar in een shared taxi die natuurlijk de laatste was om gevult te geraken.
En toen kwam ik aan in Mandelay. Mijn eerste indruk van Myanmar? DROOG. Stof overal, stinkende uitlaatgassen, smog. Hoewel Mandelay op het eerste zicht meeviel kon ik een paar dagen later niet blijer zijn geweest toen ik er weg was, weg van drukte en pollutie. Het eerste wat ik deed was een "longi" kopen (oftewel omslagrok) en veiligheidsspelden. Mijn kamer kostte 15$ wat echt heel veel is voor mijn budget en dus voelde ik nog steeds nood aan een reispartner. Helaas waren de enigen die ik die dag zag koppels waar ik weinig interesse in had. De volgende ochtend bij het ontbijt ontmoette ik gelukkig wel een leuke Duitse meid met wie ik anderhalve dag de stad verkende. We wandelden naar het trappen-en tempelwerk op Mandelay Hill en besloten dat er geen gezellige bars te vinden zijn. Misschien maar goed ook want de volgende ochtend gingen we met zijn 2en op 1 mototaxi naar U Bein Bridge voor de zonsopgang. Dit is de langste teakhouten brug ter wereld en het was erg mooi bij de mist van de vroege ochtend om de vrouwen met bloemen op hun fiets en lange rokken en de monniken over de brug te zien wandelen. Ook wij genoten van de wandeling over de brug met een kopje koffie in de hand, wat tot jolijt was van de lokale passanten. Mijn duitse vriendin vertelde me dat ze het niet erg vond om dingen mis te doen (zoals Hallo verkeerd zeggen of haar longi fout knopen) want de mensen lachen daarmee en dat is fijn voor hen. Ik besloot dat dat goed advies was en me ook niets aan te trekken van lachende locals, ik lach gewoon terug.
's Middags ging ik achterin een overdekte pik-uptruck met houten bankjes aan weerszijde (het locale vervoer) naar Pyin Oo Lwin. Dit oud Britse heuvelstadje (om de hitte van de stad te ontglippen) verbaasde me met zijn rust en schoonheid. Een groot deel van het stadje waren net buitenwijken met groene lanen en grote vrijstaande villa's. Rondgaand op mijn gehuurde fiets voelde ik me bijna in het chique Schoten of Brasschaat, op uitzondering dan van het gammele fietsje. Ik bezocht een prachtig park (wel met inkom aan de overheid) waar allemaal Burmezen met hun zondagse kleren aan kwamen picnicken, ook al was het donderdag. Ik moets denken aan het schilderij "Dejeuner sur l'herbe", hoewel uiteraard de vrouwen hun lange rokken droegen. Verder werd ik die dag enkel verwent. Eerst werd mijn ontbijt op de markt betaald door mijn buurman nadat hij me zijn chinees geld liet zien. Toen ik ging lunchen werd ik door een vrouw in het cafeetje bij de arm meegenomen naar haar thuis omdat ik een gat in mijn rok had. Ik moest neer zitten en kreeg een redbull (ze zijn hier zot van energydrinks) en later kwam ze terug met een nieuwe rok voor mij. Die was "beautifull, beautifull" en daarna moest ik weer "Sit down, Sit down!". Maar veel conversatie was helaas onmogelijk. Ik ontdenkte nog dat iedereen die in huis rondliep en waarvan de meeste meisjes als naaisters aan het werk waren, haar familie waren en ik moest mijn adres en telefoonnummer geven. Uiteindelijk vroeg ze me nog of ik wou eten maar mijn eten stond nog te wachten voor mij op de lunchplek. Ze begreep het en liet me gaan :).
Nog later die avond ging ik mijn fiets terugbrengen en vroeg de eigenaar me of hij me naar het busstation moest brengen (free of charge) zodat ik al wist waar het was en hoe ver. Ik had al vrij veel met hem gepraat dus zei maar "oke" en hij nam me mee op zijn scooter en trakteerde me op heerlijke verse yoghurt. Melk/ijskreemcafees zijn hier in hun opmars. Lekker!
Ik keerde weer naar mijn hotel van dit keer slechts 5 dollar na een geslaagde dag. Dit is dus waarom je eigenlijk alleen moet reizen! Ik was het al vergeten! Ik ben nu wel op mijn volgende bestemming twee dagen gaan trekken door de prachtige heuvels en "minority villages" met 5 andere backpackers, want ik wil niet alleen de weg verliezen, maar ik wil zelfs niet met hen verder reizen. Ik wil alleen op pad!
Het was toch wel een prachtige tocht, vooral de eerste dag, waarbij we lunchten bij een gezin thuis en sliepen in iemands living. Alles was prachtig, buiten dan mijn nachtrust want ik moest heel de tijd naar het toilet (jaja, dat gebeurt hier blijkbaar nogal veel bij de toeristen) en dat toilet was natuurlijk buiten zo'n 50meter van het huis langs de weg. Bon, 's ochtends voelde ik me gelukkig niet meer ziek en kon de wandeling terug dus aan. Wat ook fijn was was dat er een andere vlaming in ons gezelschap was en gewoon omdat we dezelfde taal sprken had ik het gevoel dat ik hem alles kon vertellen. Leuk!
Vanmiddag ga ik naar de op 1 na meest toeristische plek van Myanmar en heb eigenlijk niet veel zin om ergens toeristisch te zijn. Maar ik ben ook zeker dat het vast de moeite waard is!