zaterdag 22 december 2012

Cambodja

Dit schrijven gebeurt op mijn laatste avond in Cambodja. Ik begon dit land 3 weken geleden te verkennen tussen het toerisme en eindig nu tussen de Khmers.
Ongeveer en week geleden nam ik de boot van Batambang naar Siem Reap (alwaar o.a. de tempels van Ankor Wat te bezichtigen zijn) op aanraden van enkele andere reizigers. De eerste 4 uur op de boot leek dit een perfecte keuze. Van op de rivier zagen ik en reisgezel Soraya de achterkant van Cambodja. Mensen wassen, plassen en wvissen in de rivier en wonen op paalhuizen langs de oever. Het is er bezaaid met vuil en armoede maar desondanks zag het er prachtig uit. De houten hutjes met het oorspronkelijke leven van overleven werden tentoongesteld. Helaas waren de volgende 5uur na de lunchstop (ook op de oever) niet gemaakt voor onze westerse konten. Er kwamen wat extra passagiers op de boot en ik kon me bijgevolg geen centimeter meer verroeren op mijn houte bankje. Plus een stijve nek van achterom proberen kijken naar het landschap. 5 lange uren... De dag erop vertelde Lisa ons dat zij op een boot zat 1 dag eerder waarop je kon rondwandeling en op het dek zitten. Er was zelfs een trap! Enfin, we hebben het overleeft maar ik voel het nog steeds. Aangekomen verwenden we onszelf op een hostel met zwembad, airco en warme douche, mijn luxueuste crashpad tot nog toe.
Siem Reap staat buiten startplek voor tempelbezoeken ook bekend als partytown. Maar 1 nacht in de oorverdovende bars (Temple & Ankor What?, jaja) leek me al snel voldoende en de tweede dag in de stad moesten we vroeg naar bed voor de zonsopgang in Ankor Wat. Ik moet zeggen: ik was teleurgesteld. De zon komt op langs de achterkant van de tempel waardoor je enkel de contouren kan zien en niets van de details. Het was pas toen ik in de namiddag terug langs deze tempel kwam, dit keer met de zon van de goeie richting, dat ik zijn grootsheid en waarde kon zien! Een knap bouwwerk! Om alle tempels te bezichtigen kan je kiezen tussen een 1, 3 of 7dagenpas en Soraya en ik waren tevreden met de eerste optie. Na 12uur rondfieten op het terrein en vele 11de eeuwse bouwsels te hebben bezocht was het wel welletjes geweest. We hadden na het opstaan om 4uur 's ochtends zelfs geen zin meer om een half uurtje langer te blijven voor de zonsondergang. (Ik moet wel eerlijk zeggen dat we tussen 12 en 3pm een rustpauze aan het meer hadden ingeplant). Doch was het een waardevolle dag! Nadat we nog wat oude bekenden hadden opgezocht en ik met de schijterij zat besloten we de overtoeristische stad snel weer te verlaten met een in der haast geboekt ticket naar Phnom Penh. Weer aangekomen in de hoofdstad moesten Sorayas en mijn wegen elkaar uiteindelijk scheiden. We eindigeden met een lekkere pho (noedelsoep) op straat als ontbijt en met een zelfde horloge van de markt bij afscheid.
Ondertussen was mijn plan om even alleen te zijn al anderhalve maand aan het mislukken. In Kratie, mijn volgende bestemming, was er geen hostel dus zou dat wel lukken. Ik stapte welliswaar van de bus en meteen vroegen twee meisjes of ik alleen was en misschien ook een kamer wou delen met hen. Allee, vooruit dan maar! Het leven kan toch moeilijk zijn! :) We hoorden sanderendaags fietsen en bezochten een super chill eilandje in de Mekong en aten weer eens onbekende vruchten en struinden door stad en markt. Weinig toeristen hier. Echt Cambodjaans. Nu, in Ban Lung, zijn er nog minder toeristen en is het helemaal "local". Exact wat ik had gemist tijdens de rest van de rit door dit land. Ik fietste vandaag en gisteren met Johanna (Duitsland) naar een prachtig, woudomgeven meer en 2 bezwembare watervallen en genoot van de workout op de gemele bakskes over zandwegen op en neer en van de vele "hello's" van kinderen die ik moest beantwoorden en van de moeilijke communicatie met niet-engels-sprekende Cambodjanen. Terug in de hotelkamer wasten we elk denk ik een kilo rood zand van ons lijf, in onze gezichten gewaaid door passerende vrachtwagens van de rubberbomenplantage. Maar deze roestrode kleur van de grond maakt het landschap hier als geen ander dat ik al zag in Azie en zorgde zelfs voor een herfstsfeer (ondanks de hitte) daardat ook alle bomen en planten langs de weg roodbruin waren van het opgewaaide stof. Wat weg ik, bomen en planten? ALLES was roestbruin langs de weg!
Morgen steek ik de grens over naar mijn zevende land: Laos! Elke keer weer spannend!

vrijdag 14 december 2012

Even op adem komen

Cambodja gaat voor mij als een trein. Zo'n twee dagen per plek, volgestouwd met bezoeken aan tempels, busreizen, sociale verbroedering en nog veel meer. In Phnom Penh deden we niets dan rondlopen en bezichtigen, 's avonds wat pintjes drinken en 's ochtends weer vroeg uit bed voor een drukke dag. Na een rit van de hoofdstad naar Batambang (6u) werden we aan de bushalte overrompelt door tuktukchauffeurs. 1 gelukkige beloofde ons naar het hotel te brengen voor 50 dollarcent. Hij wist natuurlijk al dat hij ons een toer voor de volgende dag ging verkopen, maar wij nog niet. Helaas was er geen weerstaan aan deze super lieve 23jarige Cambodjaan. Na kort overleg besloten we vanwege zijn vriendelijkheid en goede engels in te gaan op zijn aanbod. Voor 6USD elk zou hij ons een volledige dag mee op sleeptouw nemen naar de highlights uit de omgeving en ons de nodige informatie verschaffen.De volgende dag bleek een perfecte. Eerst gingen we naar een dwaas klinkende bamboetrein maar dit was super leuk! Het is gewoon een bamboe vlot op rails met een motor en sjeest razendsnel als een rollercoaster naar het 1ste station. De hobbelige rails werden ons aangeprezen als "free massage". Trouwens ongelooflijk wat je hier allemaal gratis kan krijgen in zuidoost-Azie. Eerder werd me al "gratis zwemmen" beloofd (in een waterval) en heel veel "gratis wifi" en veel andere onzin die me nu niet te binnen schiet. Maar de bamboetrein overtrof dus onze verwachtingen.
Erna beklommen we een berg naar een 11de eeuwse tempel -wellicht een mooi voorsmaakje voor Ankor Wat- en een Killing Cave waar de beenderen zijn verzameld van nog meer slachtoffers van het Khmer Rouge regime. Deze ook op een berg. Hierna besefte ik dat ik dringend weer aan mijn conditie moet gaan werken.
De avond voor onze dagtrip waren we met ons gat in de boter gevallen. We passeerden een gezellig restaurantje en de eigenaar kwam vol enthousiasme naar ons toe. Gratis eten en drinken voor iedereen want we zijn vandaag opengegaan! We aten fantastische curry en dronken zowaar champagne! Het enige wat deze sympathieke duitsers verwachtte was een mooie tip voor zijn keukenpersoneel. Het werd een bijzonder gezellige avond met felle discussies over het ontstaan van de mensheid, haha.
Tussendoor geniet ik erg van de landschappen. Cambodja is erg plat maar erg mooi met vele groene rijstvelden met palmbomen ertussen en de simpele hutten van de toch erg arme bevolking. Wat die bevolking betreft hoop ik dat mijn verwachtingen kloppen en dat de toekomst er beter uit zal zien. Van wat ik hoor zijn de scholen nu behoorlijk goed, maar de meeste volwassen lijken me niet al te snugger. Ook dit is niet hun fout maar die van de Khmer Rouge die iedereen met enige vorm van educatie en diens kinderen vermoordden omdat ze een bedreiging konden vormen voor de Khmers voortbestaan.Wat dan weer wel fijn is is hoe vriendelijk iedereen is en dat ze je niet allemaal in het zak willen zetten zoals de Vietnamezen. Maar ondanks deze natuurlijke schoonheid moet ik ook vaststellen dat er niet bijzonder veel te zien is. Ankor Wat is natuurlijk de grote toeristische trekpleister en voor de rest is het zoeken naar plaatsen om te bezichtigen. Zo is bijvoorbeeld Sihanoukville enkel goed om te feesten. En Kep enkel bekend om er van zeevruchten te smullen. Trekpleisters kunnen bijvoorbeeld een zoveelste Big Buddha op een berg zijn. Misschien ben ik al te verwent. Maar de sfeer is nog steeds fantastisch, het weer warm, het uitzicht mooi en het gezelschap goed!
Enfin, vandaag besloten ik en Soraya (de 2 laatst overgeblevenen van onze Kampotbende) helemaal niets te doen. 3uur koffiesippen, Achterstallige dingen opzoeken op de computer en onbekende vruchten proberen staan op het programma. Heerlijk.

dinsdag 11 december 2012

Stouw die scooters vol!

Facts:
- Maximum tot nu toe gezien op 1 scooter: 6 personen.
- Max in 1 tuktuk: 10 personen
- beste eten : Vietnam en Thailand
- goedkoopste pint: Vietnam, 15cent
- Beste boek tot nu toe: The White Tiger (aanrader)
- Meeste nieuwe vrienden: Engeland (vreemd, ik weet het)
- Mooiste eilanden: Thailand
- Vriendelijkste mensen: Maleisie
- Aantal foto's waar ik op sta met locals: ontelbaar!

Een nieuw verhaal is alweer begonnen. Ik ben in Cambodja en heb nog steeds een fantastische tijd, reizend doorheen zuidoost-Azie.
Na bijna 2 weken op stap te zijn geweest in Vietnam met enkele partypeople (ja, dat zijn vooral de Engelsen) had ik nood aan wat peace and quiet. Ik arriveerde hiervoor in Cambodja meteen op de juiste plek, namelijk Otres beach, een prachtig strand met enkel relaxte guesthouses en bars. Het enige dat ik er miste was couleur locale. Geen streetfood, geen lokale bevolking, enkel een rij hostels met buitenlandse uitbaters. In Done Right, de ecohostel waar ik verbleef werd ik verwelkomt door de sympathieke Zweedse uitbater, sinds 2 jaar al in Cambodja. Blijkbaar is het erg gemakkelijk om hier een bussiness te beginnen. Je betaalt gewoon wat voor een werkvisum en dat is alles. Ik heb niet de indruk dat de Cambodjanen veel kaas hebben gegeten wat betreft goede beleidvoering. Iedereen doet maar wat.
Na 2 dagen rust verhuisde ik naar Shihanoukville een beetje verder waar Betty verbleef. Deze partyspot was meer dan ik aankon en ik voelde weinig interesse om er te gaan feesten in de vele vuile bars met de vele weinig interessante zuipschuiten. Maar het geluk was aan mijn zijde. Toen ik na twee nachten de bus nam richting Kampot besloot ik me bij 4 andere reizigers te voegen om samen een tuktuk te delen naar een guesthouse grenzend aan de rivier. We kwamen aan op een prachtige plek en genoten direct van een dip in het frisse water. Een andere plus was de uitbater. Olly is een Antwerpenaar en het was heerlijk om na 3 maanden een klapke te doen met iemand met een plat Antwaarps accent. Vanaf dat Olly plat begon te praten begrepen de nederlanders er geen woord meer van. Leuk. Tevens was het groepje van zes dat zich gevormd had in de hostel/ aan de bushalte een fantastische verademing. We kwamen erg goed overeen en waren allen blij het feestgedruis van Sihanoukville te hebben verlaten en een degelijk gesprek te kunnen voeren. Of was dat enkel mijn verademing?
We peddelden rechtstaand op het water en de volgende dag huurden we scooters voor een verkenning van de omgeving. Al onze paden zouden de volgende dag scheiden maar wegens ons vele plezier werden we uiteindelijk op 1 na overhaald om samen naar rabbit Island te gaan, 25minuten van de kust. 2 dagen van pure relaxatie deden me deugd, maar dag per dag verloren we een deeltje van de groep vanwege krappe reisschema's. Ariel aka was de eerste om af te vallen. Deze Argentijn was hilarisch! Hij sprak exact zoals Borat en leek er een beetje op ook. In Phnom Penh verloren we ons duitse makker aan Bangkok en nu schieten Soraya (Nl), Lisa (Nieuw-Zeeland) en ik nog over. Gisteren was een zware dag voor allen. We bezochten het museum van de genocide en erna de Killing Fields en kregen zo een inzicht in de gruwelijke en vooral racente geschiedenis van dit land. Het lijkt een wonder hoe hersteld alles al lijkt na 4 jaar van massamoorden door de Khmer Rouge.
Omdat ik nu samen reis met deze twee fijne meiden gaat het reizen weer een pak sneller met zowat 2 nachten per plek. Morgen reizen we alweer verder naar de volgende spot, Batambang, om vandaar de boot te nemen richting Ankor Wat, het 8ste wereldwonder. Het leven hoeft echt niet saai te zijn!

maandag 3 december 2012

Oh Vietnam!

Na te hebben genoten van Hoi An, ondanks de slechtste hotelkamer tot nog toe (het dak lekte, we konden amper rechtstaan en er was geen pompbak) maar MET zwembad, reisde ik nog steeds met Betty verder naar Nah Trang. Na al onze privekamers keken we er beiden naar uit nog eens een dorm te delen met wat hopelijk leuke onbekenden. En we vielen met ons gat in de boter. 's Ochtends aangekomen maakten we na een dutje (nachtbussen zijn geen ultieme slaapplek) kennis met 3 amusante jongens uit de 3 engelssprekende uithoeken van de wereld (UK, USA en Nieuw-Zeeland). We vertrokken meteen samen naar de spa voor een modderbad en meer waterpret en gingen later feesten. De volgende dag huurden we scooters om naar het langste strans van Vietnam te gaan, vonden er een geweldige shack, en erna gingen we feesten. De volgende dag spendeerden we op het strand van Nah Trang. Erna gingen we feesten. Dag 4 wandelden ik en Betty door het niet-toeristische deel naar een tempel en terug. Feesten. Weer een dag op het strand. Doodop. Toch uitgaan. Zover een erg cultureel deel van mijn reis. Het leven in Nah Trang woog na 5 dagen al erg zwaar en ik besloot dat het tijd was te vertrekken. Ik wou naar de bergen voor wat verfrissing, maar Betty besloot rechtstreeks naar Saigon AKA Ho Chi Minh City te gaan. Alzo scheidden onze wegen hier tijdelijk, maar wat vrijheid werd me niet gegunt. Met Dan en Matt in mijn kielzog bracht de bus ons naar de koele central highlands door een preachtig landschap. Het verschil met Nha Trang kon niet groter zijn. Elke bar sloot om 23u en daar waren we blij om. Of ik toch.
Zonder veel interesse van mijn kant boekten de jongens een abseilingtoer voor ons drieen en 2 australische meisjes. Het was iets tussen canoening, rapellen van rotsen en door watervallen en springen van rotsen. We gingen zelfs door een zogenaamde washing machine en een paar natuurlijke glijbanen. Het was een erg goede toer, zeer entertainend, maar ook eng en vermoeiend. Ik deed het haast in mijn broek om door de waterval maar beneden te wandelen, enkel vertrouwend op armspieren (onbestaande in mijn geval). Maar het was een goede ervaring en ik ben blij dat ik overhaalt was om mee te gaan. Dag 2 vonden we een Easy Rider die ons per moto de omgeving zou laten zien. Ik was blij dat ik achterop de sterke moto zat want de jongens hadden moeite de gids bij te houden doorheen de haarspeldbochten op hun scooters.
We bezochten een koffieplantage en flowerfarm. Blijkbaar is vietnam nu producent van de meeste koffie na Brazilie. Of was het de beste? Maar het interessantste was de zijdefabriek waar de zijde van rups tot sjaal werd gesponnen. Dan was het tijd voor rijstwijn: letterlijk een bamboehut met 20 tonnen fermenterende rijst erin. Wijn in een understatement met het afgewerkte product van 55%. De zoete, warme sojamelk die zijn geur verspreid in de koude nachten van Dalat smaakte me een pak beter. In Saigon ontmoette ik Betty weer en brachten we het culturele niveau van de reis weer wat op peil met een flinke dosis geschiedenis maar ook propaganda betreffende de oorlag met Noord-Vietnam en de horror van de Dioxinegassen die de Amerikanen over het land verspreidden.
De moeilijkste taak in Saigon was nog rap al mijn favoriete Vietnamese eten vinden en verorberen voor ik het land uitging. Ik dellde sommige van deze pleziertjes met Matt die gewoonlijk in restaurants eet en die pas in deze laatste dagen van Vietnam het fantastische straateten ten volle leerde waarderen. Silly boy!
Mijn laatste dag voor het vervallen van mijn visum besloot ik een toer te boeken naar de Mekongdelta. En ondanks de schoonheid van de eilanden die ik bezocht was het toch het slechtste wat ik ooit deed. Ik voelde me een 90jarige toerist die haast bij de hand werd begeleid van touristtrap tot touristtrap. Maar oke, fair enough, nog nooit was ik zo blij terug "thuis" te zijn in Saigon bij de boys.
Nu ben ik in Sihanoukville, Cambodja waar het erg toeristisch is maar erg chill met heet weer en mooi strand, lekker eten, vers fruit,... Alles wat je kan wensen na 5 dagen in de drukte van een stad.