donderdag 26 oktober 2017

Caraïbische hitte

Cartagena is zowat de enige plaats in Colombia waar het toerisme altijd is blijven komen. Het historische centrum van deze stad is dan ook een ware koloniale parel, enkel zo overspoeld door toeristen dat het een klein museum lijkt.
De hitte valt hier als een natte deken om je heen. Onze tweede dag in Cartagena besloten we dus aan een Caraïbisch strand door te brengen op een half uur varen van de stad. Net op tijd waren we terug voor een cocktail op de oude stadsmuren bij zonsondergang.
Lekker uitgerust vertrokken we in het ochtendgloren naar Santa Marta. Van hieruit hadden we een tripje geboekt met een fruitboer naar zijn boerderij in de "sierra nevada de Santa Marta". We werden opgepikt door een taxi, dan achterop een brommer gezet en toen moesten we een kleine 2 uur wandelen doorheen oerwoud met natte voeten van het doorwaden van stroompjes.
Op de boerderij in de jungle wachtte ons heel veel eten, twee hangmatten en meerdere watervallen om in te baden. Jesus, boer en onze gids, was een geëngageerd en gepassioneerd man. Hij vertelde ons over de invloed van de gewezen cocaineplantages rond zijn gemeenschap en over het belang van natuur voor de mensheid. Hij had ook andere weetjes, zoals dat spanjaarden lui zijn, argentijnen onbeschoft (en die praten raar), belgen het knapste zijn en ook dat hij 5 kinderen heeft bij 5 verschillende vrouwen. Ook onze kokkin die mee was had 5 kinderen. Zij was een Venezolaanse die naar Colombia is gekomen om werk te zoeken zodat ze haar kinderen kan voeden. Ik hoop dat ze snel vast werk vind en dat de situatie in Venezuela zal verbeteren.



Nadat we 's nachts uit onze hangmat werden getilt beklommen we met Jesus een belachelijk stijl pad voor 1,5uur met 1 zaklamp om de zonsopgang over de bergketen te aanschouwen. Prachtig!


De volgende dag werden we vanuit Santa Marta wederom extreem vroeg uit ons bed gelicht om naar het meest noordelijke punt van Zuid-Amerika te trekken. We hobbelden urenlang in een jeep door de woestijn. Niet zomaar een woestijn, maar eentje vlak naast de zee! Het was een ongelooflijke trip die we helaas moesten delen met 2 super asociale spanjaarden die alles stom vonden buiten naakt zonnebaden en dito foto's nemen van elkaar. Wij genoten gelukkig wel van de frisse lucht, woestijnlandschappen, zee, duinen, pelikanen, flamingos en hangmatten als bed.



Gisteren hebben we onszelf nog een maal verwend met een dagje strand op playa cristal en een europese maaltijd om vandaag terug het binnenland in te trekken naar de koffieregio.

donderdag 19 oktober 2017

Chocó en Medellin

Na een slecht geplande maandag in Bogotá (musea dicht #failure), eindigden we toch met een goede noot. Thomas en ik bevonden ons in een coole bar (Rebellion) voor gratis salsa les. Nu is het kwestie van die danspassen in praktijk om te zetten.
Om 5u ’s ochtends  stond de wekker om naar de luchthaven te vertrekken. Na een aantal uur vertraging hadden ze gelukkig onze connectie laten wachten zodat we dezelfde dag toch nog in Bahia Solano aankwamen. Bahia Solano is een dorp met de stille oceaan aan de ene kant en regenwoud aan de andere. Wij verbleven in El Valle waar je met de tuktuk naartoe wordt gebracht over een van de slechtste wegen ooit. 13km duurt een uurtje.
Tussen augustus en oktober komen hier voor de baai humpback whales hun jongen baren. Wij namen een toer bij een stel biologen (Wildlife Pacific), zodat we vanalles te weten kwamen over hoe lang deze walvissen zonder eten kunnen, hoe ze slapen en hoe zwaar hun testikels zijn. Een ander deel van de toer bracht ons door een prachtige mangrove met heel kleurrijke krabben en jesus lizzards (die hagedissen die over water kunnen lopen).
De dag hiervoor waren we wederom vroeg uit de veren om te gaan vogelen. Vooral een familie toucans, de Chocó toucans meer specifiek, konden ons bekoren. Verder zagen we nog 20 andere soorten waaronder tikkende spechten, kleine kleurrijke vogeltjes en heel veel gieren.
Ons dieet in de natte regio (wij hadden chance met het weer!) bestond uit rijst, vis en bakbanaan, 2keer per dag. Het enige verschil tussen lunch en diner is dat je bij de lunch ook soep krijgt. Snacks waren steevast brood met ingebakken kaas (en ik maar hopen op een simpele banaan).



Na 2 dagen in de vochtige hitte van Chocó, reisden we af naar de “stad van de eeuwige lente” Medellin met het kleinste chartervliegtuig ooit (19plaatsen). Na de landing zag ik dat piloot en copiloot mekaar een “vuisje” gaven. Schattig.

Medellin is de stad waar veel backpackers blijven hangen voor het perfecte klimaat én het vele feesten. Wij hebben buiten een aantal barretjes en een leuke salsaclub vooral voor Medellin by day gekozen.

 Verschillende wijken bezocht (met een voorkeur voor Laureles), de kabelbaan naar nationaal park Arvi genomen, gechilld in de botanische tuin en buiten de stad “la piedra”, oftewel “de steen” beklommen. Een rots met 700 trappen voor een ongelooflijk uitzicht over groene heuvels en blauwe meren. Hier vlakbij is het kleurrijke dorpje Guatapé, wat ieder weekend overspoeld wordt door dagjesmensen uit de stad, waardoor het met zijn vele attracties (ziplinen, boottochtjes, jetskis, optredens, noem zo maar op) aan een dorp in disneyland doet denken. Ook hier vind je enkel vis of vlees met rijst, friet en bakbanaan.


Tijdens dit schrijven zit ik op de nachtbus naar Cartagena. Een mooie, koloniale stad aan de Caraïbische kust.

maandag 9 oktober 2017

Colombia 2: Bogotá

Het is ongeveer 8jaar geleden dat ik in Bogotá aankwam. Toen was ik alleen en erg onzeker over wat ik zou tegenkomen. Ik heb het land toen helemaal omarmd, ook Bogotá, de hoofdstad die velen niet kan bekoren. Ik ben hier nu terug, met Thomas, en zie nog steeds de charmes van de stad, maar ook weer de chaos en de verdeeldheid.

Vrijdagavond laat kwamen we aan in La Candelaria, de historische buurt van Bogotá, waar onze hostel ligt. Er zijn hier kleine straatjes met koloniale huisjes in vele kleuren, veel muurschilderingen en veel universiteiten. Hierdoor werden we op vrijdagavond overrompeld door studenten in de straten, op de pleinen en in de bars. Allemaal stoere jongens en meisjes met lere jassen en zware schoenen.

De volgende ochtend namen we deel aan een "free walking tour". De gids gaf ons wat historische achtergrond over de vele problemen die het land doorgaat/ging en de bevolking die graag strijd tegen ongerechtigheid. 's Middags vonden we onszelf in een rijkere buurt, de zona T, waar een rijk (en duur) uitgaansleven is. Het publiek hier is meer after work. Na een wandeling en wat koffie/aperitief bevonden we ons in een "traditioneel Colombiaans restaurant" (volgens de locals). Wat ooit begon als iets met 7 tafels, is nu een restaurant van 5 verdiepingen met meerdere podia, entertainment aan tafel, dansvloeren, cocktails en vlees waar wel 3000 man binnen kan! We aten er lekkere steak, vergaapten ons aan alles wat er gebeurde en eindigden zelfs op de dansvloer met wat eerste salsapogingen, tot onze jetlag ons het niet meer toeliet (lees: heel vroeg!) Voor wie geïnteresseerd is: "Andres carne de res" biedde al dit entertainment.

Vandaag, zondag, wilden we gaan wandelen in de natuur maar "het pad was afgesloten door de politie want er was een boom omgevallen". We wandelden dan maar de stad weer in, wat een erg chique buurt bleek te zijn met goede restaurants en zelfs een mini hippe farmers market. We dronken uitstekende espresso en wandelden verder richting overdekte markt. Tot we ons opeens in zo'n groezelige buurt bevonden met afval en daklozen dat we snel in een taxi zijn gesprongen. De markt stelde ook niet veel voor en we verbaasden ons erover dat de reisgidsen niets zeiden over de trieste (onveilige) omgeving van de markt. Hup, wij terug een taxi in om ons daar weg te brengen om wederom ergens gezellig uit te stappen, in Macarena, vanwaar we terug konden wandelen naar Candelaria tussen grote massa's wandelaars en fietsers die de grote straten mogen overnemen op autovrije zondag; élke zondag! Helaas vonden we na een bezoek aan het fantastische museo Botero, dat er op zondagavond geen kat meer te zien is en alle restaurants die open zijn, leeg. Dus nu ligt Thomas al te knorren terwijl ik dit schrijf op de kamer. Morgen nog een laatste dag Bogotá en dan gaan we naar de natste plaats ter wereld!