maandag 1 oktober 2012

Kalimantan

Na een vreugdevol wederzien van aan aszwarte Rebecca die de Rinjani had bedwongen, gingen we meteen door naar Mataran. Iedereen die van de vulkaanbeklimming terug kwam had western-food-cravings en dus aten we voor het eerst geen mie goreng of gado gado.
's Ochtends vroeg vlogen we over Java naar Kalimantan, het Indonesische deel van Borneo. Borneo is het derde grootste regenwoudgebied van de wereld, maar er wordt constant gekapt. Voor o.a. goed en palmolieplantages. We vinden in Banjarmasin, waar we landen, nachtvervoer tot in Pangkalan Bun vanwaar we het Tajung Puting Nationaal park kunnen bezoeken. Uiteraard slapen we amper want de meeste wegen zitten vol drempels waardoor mijn schouder of hoofd tegen de zijkant van de wagen vliegt. Doodmoe komen we aan bij de verhuur van de Klotoks. Klotoks zijn Indonesische boten en de enige manier om het park, maar vooral de urang utang feeding stations, te bezoeken. Na een discussie van ongeveer 1 minuut krijgen we 1 milioen Rupiah van de vraagprijs. Dat is gelijk aan 80 euro. Dat ging dus vlotjes. We moesten enkel een kleine 2 uur wachten om boodschappen te doen en de boot vol te tanken en we konden vertrekken. Wat volgde was een fijne, relaxte reis van 4 dagen en 3 nachten waarbij we sliepen onder een muggennet op het dek van de boot. Het eten was het beste dat we al kregen in Indonesie, en we werden dan ook iedere dag volgepropt. Tussen de maaltijden door kwamen we op slechts een meter afstand van sommige Urangs en vanop de boot zagen we kingfischers ( mijn nieuwe favoriete vogels), een neushoornvogel, makaken en neusapen! Je weet wel, van die apen met een piemelachtige neus tussen hun ogen. Tijdens een korte nachtelijke wandeling zagen we kleine tarantula's. Het was een fantastische tocht, enkel de gids mankeerde een beetje. Hij toonde ons bijvoorbeeld 10 keer termieten (niet echt interessant) of Tarantulegaten (idem) of vertelde ons de namen van de Urangs, maar verder was hij vrijwel geen hulp. Ik stelde helaas ook vast dat hij zijn niet echt informatieve verhalen steeds tot mij richtte en nooit tot Rebecca, tot Becca's plezier.
Elke dag baden we in het zweet en deed achteraf de mandi (een emmer met rivierwater om je te wassen) erg veel deugd.
Terug in P. Bun hadden we nog een dag te verdoen. We zochten ons een lift naar de kust, maar daar was het doods. Er kwam gelukkig 1 man op ons toe met een folder. Op Rebecca's aansturen besloten we erop in te gaan. Na een vermoeiende prijsdiscussie via een vertaler aan de telefoon stapten we in een speedboot naar de overkant van de baai. Waar we aankwamen was het fantastisch! Er waren een aantal rangers die zeeschildpadden redden en voor de rest een totaal verlaten white sand beach! Voor ons alleen! Gelukkig, onze dag was gered.
De volgende dag helaas niet. Toen ik wakker werd had ik een Indonesische sms ontvangen in verband met onze vlucht naar jakarta. Na lang zoeken vonden we iemand die engels kon. Onze vlucht was verzet van 12.05 naar 16u! Wat gedaan in deze oninteressante stad waar we constant worden aangegaapt en haast flauw vallen van de hitte? Om 11u krijg ik telefoon van kalstar aviation. Onze vlucht is nu uitgesteld tot 18u! Als R. en ik aankomen op de luchthaven met niets dan tijd om handen besluit ik wat te klagen, je weet maar nooit dat we iets terugkrijgen. Hiermee vullen we ongeveer een uur en krijgen we elk 100.000Rp in onze handen geduwd + lunch. Het is toch iets.
Uiteindelijk stijgen we op om 20u. 8u vertraging! Rebecca zal maar net op tijd in Jakarta aankomen voor haar vlucht naar huis! Ongelooflijk!
Ondertussen zit ik in jakarta en na een bezoek aan een mall en een paar uur op de bus zitten zit ik in een vreemd entertainment park. Het is niet echt interessant maar ik wist niet goed wat doen: Het nationaal museum dat ik wou bezoeken is gesloten op maandag en de stad buiten de stad die ik wou bezoeken is van treinstation veranderd. Morgen lieg ik naar Singapore. Het begin van mijn reis alleen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten